Een gewoontedier in een wereld vol mogelijkheden

Iedere week ga ik op dezelfde dagen – maandag en woensdag – naar de sportschool. Ik leg mijn spullen altijd in kluisje 31. Die ik op slot doe met steeds dezelfde viercijferige code. Op mijn werk lunch ik met crackers met hummus en hoewel we sinds een tijdje flexwerken, kies ik altijd voor dezelfde plek. Bij het koffiezaakje is mijn bestelling voorspelbaar. En als er tiramisu op de desertkaart staat, weten mijn vrienden zeker dat ik ‘m bestel. Terwijl ik op een woensdagmiddag kluisje 31 dichtdoe, overvalt het me plots. Ik ben een gewoontedier.

Bij gewoontedieren denk ik aan mijn vader die jarenlang iedere ochtend ontbeet met Cornflakes. Aan een vriendin die iedere ochtend hetzelfde rondje loopt met haar hond. Aan mijn moeder die ik in de badkamer steeds dezelfde mascara zag aanbrengen (Lancôme Hypnôse, voor de kenners). Aan Mark Rutte die wekelijks Indonesische balletjes aan hetzelfde tafeltje in hetzelfde Haagse restaurant eet. Aan de gekmakende eentonige gewoontes van mijn hamster die alles – eten, drinken, wassen, rondje in het rad, eten, drinken, wassen – in dezelfde volgorde deed. En dat keer op keer herhaalde – al moet ik toegeven dat hij niet veel anders kon in de beperkte ruimte die hij had.

En nu ben ik er ook een.

Een gewoontedier.

Iemand die, in een wereld vol ongelimiteerde mogelijkheden, steeds hetzelfde kiest.

Brrrr.

Tuurlijk, ik weet dat er (hersen)wetenschappers zijn die beweren dat het juist heel goed is om vast te houden aan gewoontes. Dat dit soort geautomatiseerd gedrag je hersenen veel tijd bespaart, dat je anders steeds opnieuw zou moeten nadenken over elke handeling, elke keuze. En dat dat geen doen is, als je bedenkt dat we per dag gemiddeld zo’n 30.000 keuzes maken.

Tegelijkertijd voelt het ook allesbehalve avontuurlijk. Steeds hetzelfde kiezen betekent heel veel niet kiezen. Het is een terugkerend patroon in mijn leven. Mezelf in een hokje stoppen om me vervolgens te realiseren dat ik daar niet in wil zitten, want ik wil over de muren kunnen kijken, de plekken buiten de hokjes verkennen. Dat zorgt voor onrust – vaak onnodig, want soms is een hokje, zoals een vastgeroeste gewoonte, heel fijn. De wetenschap dat ik twee vaste sportdagen heb, zorgt ervoor dat ik daar niet over hoef na te denken en toch fit blijf.

Soms brengt het een gewoonte meer dan dat het je kost.

Iets nieuws doen, een gewoonte veranderen, een ander restaurant proberen; het zorgt voor een nieuw verhaal. Maar vasthouden aan bestaande gewoonten, zorgt voor een verdieping van dat misschien ogenschijnlijk saaiere maar nog net zo waardevolle verhaal. Zwemkampioen Michael Phelps noemde zichzelf een creature of habit. Net als Jennifer Aniston. Net als Eminem. Ergens goed in worden, een verhaal uitdiepen, vraagt om herhaling, om gewoontes die ervoor zorgen dat je verder komt.

Ook de Amerikaanse filosoof William James zegt dat mensen niets anders zijn dan bundles of habit. Volgens James moeten we daar zelfs blij mee zijn: ‘Er is geen ellendiger mens dan de mens voor wie niets een gewoonte is, en die elke keer een bewust besluit moet maken.’ 

Als bepaalde gewoontes voor je werken, is er niets op tegen. Zolang ze je maar niet belemmeren en je af en toe eens een andere keuze maakt.

Ik besluit te accepteren dat ik nu eenmaal bepaalde gewoontes heb én er voortaan iets naast te zetten. Ja, ik ben een gewoontedier. Ik kies steeds voor hetzelfde kluisje in de sportschool en dezelfde flexwerkplek. Maar ik ben best in staat om de volgende keer voor een onbekend toetje te kiezen.

0
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x